Onze voorouders moesten soms heel veel kilometers lopen om een goed stuk vlees op tafel te kunnen zetten, tegenwoordig overleeft men blaren voor een gladiool.
In deze tijd van overvloedige luxe voelen sommige mensen zich al snel trots en onoverwinnelijk na vier dagen lichamelijke last. We hebben het dan niet over het beklimmen van de Mount Everest zonder zuurstofmasker waarbij er vingers en tenen door bevriezing afsterven, maar over wandelen.
Lange wandeltochten vergen veel van je lichaam, maar brengen je hersenen tot rust, vertelt psychiater Bram Bakker in een reportage vanuit Nijmegen. Stress, angst, slapeloosheid en vermoeidheid (jawel) verdwijnen. Hij vergeet voor het gemak dat je ook klachten kunt krijgen: bonzend hoofd, hartkloppingen, pijn op de borst en overgeven. De een door ongewone fysieke inspanning, de ander door alle hysterie, marsmuziek en hoempa.
De geest komt het best tot rust in stilte. Door meditatie of in de natuur. De camera zoomt in op een meisje van een jaar of twintig op Via Gladiola. Ze loopt helemaal alleen, zwaait niet, doet niet gek en heeft een ontroerende sereniteit in de ogen. Nog een paar honderd meter en ze heeft haar doel bereikt. Ik ben trots op haar.